Wel of niet actief op sociale media als kerk en zo ja, welke kies je dan? Sta je als kerk op zo’n kruispunt? We gidsen je er graag doorheen met een korte omschrijving van de belangrijkste sociale media en hun bruikbaarheid voor de kerk.
Facebook en hoe je dit als kerk kunt gebruiken
Facebook is het grootste sociale netwerk. In Nederland waren er medio 2017 9,5 miljoen gebruikers. In de basis is facebook een ‘smoelenboek’. Je kunt vrienden worden met anderen op basis van de profielfoto en gedeelde interesses. In de tijdlijn zie je wat je vrienden delen aan foto’s, belevenissen, filmpjes of artikelen. Facebook staat bekend om de vind-ik-leuk-knop, waarmee je complimenten kunt uitdelen aan wat anderen delen. Op basis van wat je leuk vindt, beslist Facebook wat je te zien krijgt. Het nadeel daarvan is dat op die manier de zogenaamde filterbubbels ontstaan: mensen zien alleen dingen van mensen met wie ze toch al veel gemeen hebben. De laatste tijd is Facebook negatief in het nieuws vanwege vraagstukken rondom privacy.
Als kerk is het handig om een eigen pagina te maken op Facebook. Personen kunnen zo’n pagina ‘leuk vinden’ en krijgen dan te zien wat je op zo’n pagina deelt. Dit is bruikbaar om ‘reclame’ te maken voor bijvoorbeeld een kerstdienst of rommelmarkt. Ook is het mogelijk om via zo’n pagina alvast wat aandacht te vestigen op de dienst van zondag door bijvoorbeeld een passend filmpje te delen. Ook voor predikanten en kerkelijk (jeugd)werkers kan het handig zijn een eigen account te hebben.
Om gemeenteleden met elkaar in contact te brengen is een (besloten) groep heel geschikt. Van zo’n groep kunnen mensen lid worden en dan zelf plaatsen wat ze willen, zoals uitnodigingen voor een activiteit of een reactie op de kerkdienst. Het is aan te raden om vooraf duidelijk te maken wat de grenzen zijn in zo’n groep. Het is weinig vruchtbaar als kerkleden met elkaar in discussie gaan via Facebook. Dat kan beter face to face.
Twitter en hoe je dit als kerk kunt gebruiken
Twitter is een korte-berichten-service waarmee mensen in 280 tekens (vroeger 140 tekens) kunnen twitteren (kwetteren). De berichten van mensen die je volgt verschijnen grotendeels chronologisch in je tijdlijn. Twitter wordt vooral veel gebruikt door nieuwsmedia, politici, artiesten en bedrijven. Via Twitter kun je snel op een ander reageren. Daardoor ontstaan er soms hele lange openbare discussies waarin iedereen kan meedoen (in twittertaal is dat een ‘fittie’). Dat levert soms een nare sfeer op waarin mensen schelden en elkaar blokkeren. Het aantal gebruikers van Twitter daalt al een tijd. Er zijn relatief weinig jongeren te vinden. Medio 2017 bezochten 2,2 miljoen Nederlanders dit platform.
Het belang van twitter voor de kerk is beperkt. Er zijn te weinig gemeenteleden lid om het zinvol te gebruiken om plaatselijke activiteiten aan te kondigen. Meer zin heeft het om bovenplaatselijke activiteiten zoals conferenties aan te kondigen. Door goed gebruik van hashtags kunnen mensen je dan makkelijk vinden. Ook is het mogelijk dat aanwezige twitteraars op je conferentie via de hashtag meetwitteren, zo ontstaat er een spontaan live-verslag.
Instagram en hoe je dit als kerk kunt gebruiken
Instagram is een gratis app op je smartphone waarmee je foto’s en filmpjes kunt delen. Het medium is vooral bekend vanwege de filters waarmee je foto’s heel makkelijk een eigen sfeer kunt meegeven. De foto’s en filmpjes van mensen die je volgt krijg je onder elkaar te zien in een tijdlijn. Je kunt ze ‘leuk vinden’ of er op reageren. Via een handig gebruik van hashtags kun je foto’s vindbaar maken voor een groter publiek. Instagram wordt veel gebruikt door beroemdheden die hun leven delen. Berichten van hen ontvangen soms miljoenen likes. Jongeren zijn in verhouding veel op Instagram te vinden. Zij verlaten Facebook en Twitter ten gunste van Instagram.
Instagram is vooral een sterk persoonlijk medium. Als kerk is het lastig om het goed in te zetten. Maar als werker in de kerk is het heel goed te gebruiken om contacten te leggen, vooral met de jongere generatie. Een reactie op een leuke foto van jongeren kan veel goeds doen. Ook kun je als pastor heel makkelijk een kijkje geven in je eigen leven, zodat drempels in het contact met jongeren wegvallen. Hier vind je een kerk die op aansprekende wijze actief is op Instagram.
Snapchat en hoe je dit als kerk kunt gebruiken
Snapchat is echt het domein van jongeren. 67% van hen gebruikt het, tegenover nog geen 5% van de 40+-ers. Op dit medium zijn berichten slechts maximaal 10 seconden zichtbaar op het scherm van de ontvanger. Het medium wordt vooral gebruikt voor selfies. Het komt vaak negatief in het nieuws omdat jongeren pikante foto’s naar elkaar versturen die de ontvanger dan snel vastlegt met een screenshot. Zo blijft de foto bewaard en wordt de ander daar mee gepest.
Als kerk is het lastig om dit middel in te zetten. Niet alleen omdat je als kerkelijk werker terughoudend moet zijn in één op één contact met jongeren, maar ook omdat jongeren dit medium massaal gebruiken omdat het uit het zicht van volwassenen blijft. Maar het is als kerkelijk werker wel goed om te weten wat jongeren op hun mobiel bezighoudt, om er zo nu en dan met ze over te kunnen praten en pestgedrag te kunnen herkennen.
WhatsApp en hoe je dit als kerk kunt gebruiken
Whatsapp is een berichtenservice die gekoppeld is aan je mobiele nummer. Heel handig voor de persoonlijke communicatie met mensen die je kent. Een veel gebruikte functie is de groeps-chat. Daarmee kun je bijvoorbeeld als hele schoolklas tegelijk met elkaar chatten. In Nederland gebruiken bijna 11 miljoen mensen Whatsapp.
In de kerk is Whatsapp bijna onmisbaar. Jongeren reageren nauwelijks op hun email. Als middel om jongeren te binden aan catechisatie of club is de groeps-chat heel bruikbaar. Ook steeds meer kerkenraden gebruiken de Whatsapp om elkaar op de hoogte te houden.
YouTube en hoe je dit als kerk kunt gebruiken
YouTube is de grote videosite van google. Meer dan 50% van alle Nederlanders maakt regelmatig gebruik van YouTube. Met een account is het makkelijk om zelf filmpjes te uploaden. En er is een enorme hoeveelheid aan documentaires, tv- uitzendingen en persoonlijk materiaal te vinden. Tegenwoordig hebben steeds meer mensen een eigen kanaal op YouTube. Via vlogs (videolog) geven zij een inkijkje in hun eigen leven. Op zo’n kanaal kun je je abonneren, zodat je niets hoeft te missen. In de jongerenwereld zijn daardoor sterren ontstaan die puur op basis van YouTube even populair zijn als popsterren in vroeger tijden.
Voor de kerk is Youtube goed bruikbaar. De filmpjes zijn makkelijk te delen via facebook. Er is een schat aan filmpjes die het evangelie of de bijbel goed uitleggen, zoals bijvoorbeeld ‘the Bible Project’. Verder zijn er tegenwoordig enkele vloggende dominees die op een laagdrempelige manier hun leven en het evangelie laten zien.
Als plaatselijke kerk is het nog niet zo heel makkelijk om zelf goede content voor Youtube te maken. Het is ook de vraag of het nodig is. Wil je het wel doen, deel dan vooral persoonlijke verhalen, zoals bijvoorbeeld een ontroerend getuigenis in een belijdenisdienst.
Geef ruimte aan initiatieven en creativiteit
Kortom, de online media geven een plaatselijke gemeente veel kansen. Dan is het wel nodig dat een kerkenraad hiervoor de verantwoordelijkheid neemt, een communicatiecommissie instelt en er middelen beschikbaar voor stelt. De richtlijnen zullen niet al te beperkend moeten zijn. Het gebruik van de online media heeft baat bij initiatieven en creativiteit. Vraag de genoemde commissie om een eigen ‘strijdplan’ te schrijven en je kunt als kerkenraad verrast worden door de mate waarop gemeenteleden meedenken met het communicatiebeleid.
Bovenstaande tekst komt uit de brochure Kerk-zijn online (uitgave deputaten Kerk & Media van de CGK, 2018). Je kunt de brochure tegen een kleine vergoeding aanvragen via: e.vanderlinde@ckg.nl of via CGK, postbus 334, 3900 AH Veenendaal.